Opzoek naar een hovenier/tuinman?

Japanse Zen-Tuin: Meditatieve Ruimtes

Japanse Zen Tuin: Meditatieve ruimtes: tuinieren: japanse zen tuinen Als je ooit in een Japanse Zen tuin bent geweest, weet je dat er zoveel komt kijken bij het ontwerp. Ik ben altijd gefascineerd door hun eenvoud, hun vloeiendheid, en de aandacht die besteed wordt aan elk aanwezig element. Het is geen wonder dat tempels erdoor omringd zijn.

Of je nu voor Zen-rotstuinen gaat of voor een ander type, het is mogelijk om je eigen Zen-tuin of Japans-geïnspireerde tuin te maken op basis van de principes van het Zen-Boeddhisme. Dit geeft je een goed inzicht in de fijne kneepjes van de Zen Japanse cultuur en maakt van je tuin een plek van roest en kalmte.

In dit stuk duiken we in de grondbeginselen van het Japanse tuinieren, met de nadruk op Zen-tuinen. We bekijken hun geschiedenis en hun verschillende toepassingen. En we sluiten af met informatie over hoe u deze principes en elementen ook in uw eigen achtertuin kunt toepassen.

De Geschiedenis Van Japanse Zentuinen

De oorsprong van zen-tuinen ligt vóór de eerste erkende monarchie in de Yamato-periode (250 tot 710). Inheemse Japanse Shinto boeddhistische volkeren imiteerden de principes achter het Chinese tuinieren. In die tijd werd Japan geregeerd door het Taoïstische China, maar de principes van de Tao werden gemakkelijk geïntegreerd in de naturalistische focus van Shinto.

Later in de Heian-periode (794-1185) werd het boeddhistische klooster een machtscentrum in de Japanse cultuur. Het was in deze tijd dat monniken zich concentreerden op het herscheppen van het Zuivere Land in hun tempels, vanwege het geloof dat de eindtijd of het tijdperk van mappō aan het aanbreken was. Door deze Zuivere Land ruimten in de Japanse tuin te creëren, verzekerden de monniken zich ervan dat het paradijs op kip zou wachten nadat zij uit dit leven waren overgegaan naar het volgende.

In de 11e eeuw werden de grondbeginselen van de Japanse tuin vastgesteld, samen met de 5 grote zen-tempels. Deze idealen, of Sakuteiki, verklaarden de 5 soorten Japanse tuinen en versterkten het gebruik van rotsen bij de aanleg ervan.

In de 12e eeuw werd het Zen-boeddhisme geïntroduceerd in de Japanse rotstuin. In locatie van het paradijs na te bootsen, werden tuinen een locatie voor het distilleren van sensatie. Hier begonnen de meest vooraanstaande ontwerpers van Japanse tuinen.

Het Zilveren Paviljoen in Oost Kyoto werd gebouwd in 1482. Het was eerst het thuis van een shogun en werd 8 jaar na de bouw omgebouwd tot een Zen tempel.

De tempel is een van de beroemdste van de Zen tuinen die vandaag de dag nog bestaan. Sindsdien is het belang van het Zen-klooster in verschillende cycli gegroeid en afgenomen.

Culturele verschuivingen hebben ook bijgedragen tot veranderingen in de betekenis van elk ontwerp-element. Vandaag wordt aanvaard dat de Vier Edele Waarheden en het 8-voudige Pad van het Boeddhisme de basis vormen van Zen tuinieren.

Elementen Van Een Japanse Zen-Tuin

Er zijn 4 elementen betrokken bij het ontwerpen van een Zen-tuin: water, rotsen, beplanting, en ornamenten. De elementen worden op zichzelf beschouwd. Er wordt ook gekeken naar hoe ze in het totale ontwerp zullen worden opgenomen.

Ishi

Ishi of rotsen kunnen padstenen (tobi-ishi), stopstenen, of grensstenen (tome-ishi) zijn die een praktische functie hebben. Willekeurig geplaatste rotsen (sute-ishi, of "verlaten rotsen" of "naamloze rotsen"), yama-ishi, of gewoon yama ("berg") hebben niet dezelfde functie in een Japanse tuin, maar worden in locatie daarvan geplaatst om ideeën van bergketens op te roepen of om een ontwerp te accentueren.

Een zuivere rotstuin, ishiniwa (letterlijk: "stenen tuin") of ishihama (kiezelstrand) genaamd, kan de basis van een Japanse tuin vormen. Als alternatief wordt zand of grind geplaatst om water in een droge vorm te simuleren. In de Shinto-filosofie zijn rotsen voorstellingen van kami, of geesten.

Mizu

Mizu of water is in de meeste Zen tuinen aanwezig door middel van vijvers (ike, enchi, of chisen genoemd, afhankelijk van het type). Stromend water, zoals beekjes (″kyokusui", of meanderende beekjes die een bochtige oever vertonen; of gewoon, beekjes, ook wel ″nagare" genoemd) zijn ook aanwezig.

Inbegrepen in dit element zijn watervallen. Soms zijn waterpartijen bedoeld om de oceaan of mythische watermassa's na te bootsen. Kleinere vijvers herbergen koivissen en grotere zijn bedoeld voor roeiboten en sterrenkijken.

Shokobutsu

Shokobutsu, of beplantingen, zijn 1 van de belangrijkste aspecten voor een Japanse tuinontwerper. Veel voorkomende bomen zijn bijvoorbeeld bloeiende kersen die in de lente bloeien of dennen die al dan niet gesnoeid worden.

Wolkensnoei is gebruikelijk bij dennenbomen. Fruitbomen worden vaak open gesnoeid.

Japanse pruimen worden gekweekt voor de felle kleuren van hun bloesems en hun vruchten. Bamboe komt ook veel voor, als symbool van geluk in zowel rotstuinen als loofbeplanting dominante ruimtes.

Kleine struiken, die ″karekomi″ worden genoemd wanneer ze worden gesnoeid, worden afgewisseld met planten zoals varens. Een mos tuin kan zorgvuldig worden gecultiveerd om een specifiek effect te produceren.

Shokobutsu worden gekozen om een algemeen gevoel te bereiken. Belangrijk is dat de beplanting het hele jaar door voor belangstelling in de tuin zorgt.

Tenkeibutsu

Tenkeibutsu zijn sier- of decoratieve elementen. Stenen lantaarns (ishidoro) of voorwerpen in de vorm van kraanvogels of schildpadden komen vaak voor.

Een "kamejima", bijvoorbeeld, is een verzameling stenen die in het midden van een vijver worden geplaatst om de beeldspraak van een schildpad op te roepen. Kamejima betekent "schildpadeiland".

Er is ook een "tsurujima", of kraanvogeleiland. Een "″tsuru ishi" is een steen die eruitziet als een kraanvogel.

Andere ornamentele elementen zijn stenen kikkers, stenen bassins, poorten en boeddhabeelden. Booggewelven zijn een veel voorkomend ornament dat een symbolisch doel heeft.

Bamboe klepels worden gebruikt om boze geesten af te schrikken. Soms worden waterpartijen geplaatst in gebieden waar ze fungeren als reinigingsstations in de tuin. Vooral bij theeceremonies in de Zen-tuin reinigt het lopen langs een bamboeklapper in een natuurstenen waterpartij de deelnemers.

Hashi

Hashi of bruggen zijn belangrijke aspecten van Zen tuinen en hoewel ze in het rijk van de tenkeibutsu vallen, verdienen ze bijna hun eigen categorie vanwege hoe visueel verbluffend ze zijn. De meest voorkomende vorm van hashi is de gebogen, gewelfde brug met rode leuningen die in veel Japanse tuinen voorkomt.

Deze brug wordt sori-bashi genoemd, of boogbrug. In de praktijk fungeren deze als overgangsruimte die het ene deel van de tuin met het andere verbindt of de verbinding van de Zen-tuin met de buitenwereld aanduidt.

In de Japanse traditie van theeceremonies zijn de zigzaggende bruggen die naar een theehuis leiden, poëtische epen. Symbolisch verbinden deze overgangen verschillende vlakken en werelden, en illustreren ze ieders reis tussen die vlakken en werelden.

Principes Voor Het Ontwerp Van Zentuinen

Nu we de fysieke elementen in Japanse tuinen hebben besproken, gaan we het hebben over de principes van deze tuinen. In het verleden omringden Zen tuinen belangrijke tempels en werden er veel Chinese tradities in verwerkt. Deze principes zijn vandaag de dag nog steeds van toepassing en bevorderen de schoonheid van de natuurlijke omgeving die rond de tuin bestaat.

Asymmetrie

Natuurlijke materialen zijn niet symmetrisch. Daarom is 1 van de basiselementen van Zen tuinieren het aanmoedigen van asymmetrie om de esthetiek van het buitenleven na te bootsen. Rechte lijnen zijn daarom minder gewenst dan een abstracte compositie die zich richt op de inherente kromming van natuurlijke elementen.

Omheining

Het gebruik van omheiningen als een manier om contemplatie van de tuin als geheel aan te moedigen is zeer belangrijk. Dit kunnen omheiningen zijn die in de tuin zelf bestaan, of het kunnen verschillende elementen zijn in de gebouwen die door de tuin omringd worden. Grote ramen in een tempel kijken uit op veel verschillende hoeken van de tuin, waardoor de meditatieve toestand wordt beïnvloed met verschillende uitzichten.

Geleend Landschap

In locatie van te proberen de natuur te maskeren zoals ze is, gebruiken Zen-tuinen de omringende natuurlijke kenmerken om de centrale delen die in de tuin bestaan te accentueren. Een grote, oude boom of een berghelling zijn voorbeelden van de overkoepelende landmassa's die geïntegreerd zijn in deze prachtige tuinen.

Een van de belangrijkste Zen-tempels, de Jenryu-Ji Tempel in het Arishayama district van Kyoto, accentueert de weelderige bossen van het Arashiayama gebergte als achtergrond. Door de omringende natuurlijke elementen te integreren, vloeit deze boeddhistische tempel naadloos over in die kenmerken.

Balans

Hoewel asymmetrie belangrijk is, is het ook noodzakelijk om de natuurlijke schoonheid binnen en buiten de tuin evenwichtig te benaderen. Het omarmen en verbeteren van imperfectie is 1 manier van Zen die is overgebleven van de Dao, haar historische voorloper.

Een van de beste voorbeelden van dit principe is het snoeien van kleine bomen, zoals Japanse esdoorns die delicate bladeren hebben die gewaardeerd worden in Zen ontwerpen. Het is onwaarschijnlijk dat je ooit een symmetrisch gesnoeide boom in de hele tuin zult zien.

Dat komt omdat er rekening wordt gehouden met de groei van elke kleine boom, en er geen kracht wordt uitgeoefend om hun vorm te controleren. Op deze manier is het middelpunt van de boom gewoon zijn natuurlijke staat.

Symboliek

Veel elementen in de tuin doen denken aan de metaforische reis tussen de verschillende bestaansniveaus. Evenzo kunnen grote rotsen in een rotstuin de nabijgelegen bergen nabootsen of daaraan doen denken.

De paden naar een theehuis lopen vaak zigzaggend om gebeurtenissen in de poëzie weer te geven, of er worden stapstenen gebruikt om de reis van het overgaan tussen vlakken of van het ene leven naar het andere na te bootsen, of zelfs om zwemmende babytijgers voor te stellen. Er kan ook meer letterlijke symboliek zijn in de vorm van standbeelden en figuren.

Types Van Japanse Zen Tuinen

Nu we de basis hebben behandeld, laten we het eens hebben over de essentiële soorten van Japanse tuinen. Elk heeft zijn functie en primaire kenmerken. Ze hebben ook hun eigen oorsprong.

Droge Landschapstuin

In het Japans wordt een zand- en stenen tuin de Karesansui tuin genoemd. Dit tuintype bevat alle elementen en principes van de Zen-tuinontwerpen, maar mist een waterpartij.

In locatie van beekjes, of een echte vijver is er aangeharkt wit grind of zorgvuldig aangeharkt wit zand. Een droge waterval kan aanwezig zijn in de vorm van cascades van rotsen die fungeren als een centraal punt.

Het belangrijkste onderdeel van een droge tuin is de ruimte tussen de grotere rotsen. De plaatsing van fijn grind in droge tuinen en de vaardigheid om het grind of zand te harken zijn van het grootste belang.

De beplanting komt op de tweede locatie, maar de praktijk van het bijeenharken van de stenen zou bij Zen-monniken helpen bij de meditatie. Dit type tuin was populair in de Muromachi periode (1336-1573). Een opmerkelijk voorbeeld is de Ryoanji tempel, waar de droge tuin vijftien stenen bevat, waarvan er slechts 14 op een bepaald moment vanuit een uitkijkpunt kunnen worden gezien.

Studietuin

In het Japans bekend als Shoinzukuri Teien, zijn deze tuinen gemaakt om meditatie bij bezoekers te inspireren. De gemeenschappelijke indeling van deze tuin bevat een vijver aan de voorkant waar bezoekers een schildpad kunnen aantreffen zwemmend tussen koi en het land erachter helt.

Aan de overkant van de vijver bevinden zich bruggen, en op het oplopende land liggen grote stenen en stapstenen. Andere stenen kunnen aanwezig zijn in de vorm van pagodes, lantaarns en standbeelden. De oorsprong van de studietuinen ligt in de vormingsjaren van de Japanse tuinen als geheel, in de 6e tot 7e eeuw.

Strolling Tuin

Deze eenvoudige tuinen, in Japan Kayushiki Teien genoemd, zijn aangelegd om de vrede onder de bewoners te bevorderen. Ze werden voor het eerst ontwikkeld in de Edo-periode (1603-1868).

Tijdens deze periode was feodalisme een manier van leven, en daimyo of feodale heren hadden de meeste macht naast de keizers. Daarom worden deze tuinen ook wel daimyo tuinen genoemd.

Deze tuinen zijn zo voeten en subtiel in hun kenmerken, en bevatten herscheppingen van scènes uit de echte of mythische wereld. Ze zijn vaak aangelegd rond een centrale vijver waar een gebogen brug overheen loopt.

Het doel van de wandeltuin is een omgeving te creëren waar de wandelaars in alle roest getuige kunnen zijn van diverse naturalistische taferelen die meditatie stimuleren of hogere inzichten bevorderen. Zij kunnen ook gewoon een locatie zijn waar men de schoonheid van de natuur kan ervaren. Een opmerkelijk voorbeeld van een wandeltuin is de Kokedera mos tempel, waar meer dan 120 verschillende soorten mos bestaan.

Theetuin

Het centrale aandachtspunt van theetuinen - ook bekend als Chaniwa of Roji - is het theehuis waar theeceremonies plaatsvinden. De ruimte zelf is dan ook een voorbereiding op de ceremonie.

Door deelname aan verschillende rituelen zuiveren de bewoners zich op weg naar het theehuis. De theetuin is zeer complex, met meerdere poorten, wachtruimtes, een badkamer, een waterbak, een vuilnisbak en stapstenen. De beplanting is typisch groenblijvend, en er wordt gebruik gemaakt van mos.

Binnenplaatsentuin

Deze tuinen, in Japan Tsuboniwa genoemd, zijn de kleinste van de Zen-tuinen. Ze liggen op de binnenplaats van een woning of klooster en illustreren het principe van beslotenheid.

Deze ruimtes, die werden ontwikkeld tijdens het Heian-tijdperk (794 - 1192), waren niet alleen bedoeld om een centrale naturalistische ruimte te bieden waar men van de elementen kon genieten, maar ze hadden ook de praktische functie om de temperatuur en de luchtstroom in grotere woningen te regelen. Het is hier dat het waterbekken weer zijn opwachting maakt, een ruimte waar de bewoners hun handen kunnen wassen. Een ander interessant waterelement is de Suikinkutsu, die een geluid als van een harp maakt wanneer er water doorheen druppelt.

Hoe Integreer Je Een Zen-Design In Je Tuin

Wat is er nodig om een Zen-tuin in je eigen achtertuin te creëren? Of u nu meer zelfdiscipline in uw ontwerp wilt bevorderen, of gewoon wilt genieten van de esthetische aantrekkingskracht van een Zen-tuin, het is gemakkelijk om Zen-principes in uw tuin te integreren. Het is ook mogelijk om een volledig ontwerp te maken op een blanco lei of om elementen toe te voegen aan een bestaande tuin.

Om te beginnen moet u zich afvragen wat het doel van de ruimte is. Als je een bijgebouw wilt ontwerpen dat als een soort tempel of subtempel fungeert, bedenk dan wat voor soort tuin het beste bij dat gebouw past. Woont u in de buurt van een grote natuurlijke landmassa of een waterpartij, denk er dan aan om dat in uw ontwerp te verwerken.

Maak vervolgens een lijst van de elementen die u wilt opnemen. Misschien is een meditatiesteen essentieel voor uw tuin.

Misschien komt er in uw Japanse Zen-tuin een theehuis en zijn er verschillende poorten en stations nodig die u naar de theeceremonie leiden. Nadat u deze lijst hebt gemaakt, overweegt u de beplanting.

Misschien heb je maar locatie voor een handvol planten. Of misschien is er meer. Bedenk welke bomen, struiken en bodembedekkers het beste werken voor uw plan en uw huidige situatie.

En bovenal, blijf flexibel. Hoewel u misschien hoge aspiraties hebt, kan de realiteit van de uitvoering van uw plan soms beperken wat u in gedachten had. De natuur van de dingen erkennen is van het grootste belang in Zen, dus denk aan de betrokken principes wanneer u uw ontwerpen maakt. Denk er ook aan om de ecologie en het land dat daar bestaat in je ontwerp te integreren.

Veel Gestelde Vragen

V: Wat is het doel van een Japanse zen-tuin?

A: Elk type Zen-tuin heeft zijn eigen doel. Zie de sectie 'Soorten' hierboven.

V: Wat zijn 3 items in een Zen tuin?

A: Afhankelijk van het type kunnen dat veel verschillende dingen zijn. Drie van de belangrijkste zijn grote rotsen, beplanting, en droge of natte waterpartijen.