Er gaat niets boven zelfgekweekte bosbessen. Nou, behalve misschien 1 ding..
meer bosbessen! Als u uw bessenplantage wilt uitbreiden - of wilt beginnen met het kweken van blauwe bessen - dan kunt u natuurlijk planten kopen bij een kwekerij, maar waarom probeert u niet uw eigen struiken te vermeerderen? Zelf thuis vermeerderen is zo lonend, en niet te vergeten kostenbesparend. Het is het proberen waard.
In onze gids voor het kweken van bosbessen behandelen we hoe je deze planten kunt kweken in je eigen tuin.
In dit artikel zullen we 4 vermeerderingsmethoden behandelen. Hier is het rijtje:
Of je nu van je bestaande plant een rij productieve struiken wilt maken, of aan de slag wilt met je eigen bessenlapje, dat kan met 1 van deze vermeerderingsmethoden.
Bosbessen kunnen worden vermeerderd via zachthouten of hardhouten stengelstekken. Zachthout stekken zijn vaak de voorkeurs commerciële methode, omdat ze meestal een beter en sneller bewortelingssucces hebben.
Kies bij het stekken, of het nu zacht- of hardhout is, altijd de sterkste, gezondste moederplanten en takken om van te oogsten.
Om een goed kweekmengsel te maken dat voor beide soorten kan worden gebruikt, combineert u gelijke delen grof zand, gemalen dennenschors en veenmos, of gelijke delen perliet en veenmos. Maak het vochtig voordat u de stekken erin doet, maar verzadig het medium niet.
Zorg ervoor dat de container tien minste 10,2 tot 12,7 cm diep is. U kunt containers van 3,8 liter of flats met diepe cellen gebruiken.
Hoewel noch hard- noch zachthoutstekken bewortelingshormoon nodig hebben om goed te wortelen, kan het dompelen van de uiteinden in een product als Bontone II bewortelingspoeder, verkrijgbaar bij Arbico Organics, net voordat je ze in hun gaatjes steekt, helpen om de beworteling te verbeteren en te versnellen. Laten we er nu meteen induiken, met de details voor de door u geselecteerde houtsoort.
Zachthoutstekken zijn stekken die worden genomen van de bovenkant van de huidige groei van het seizoen op de bovenste delen van de moederplant.
De bladeren aan het eind van de stengel (terminale bladeren) moeten half volgroeid tot bijna volgroeid zijn, en de stengels moeten flexibel zijn.
Als u te vroeg stekken neemt, wanneer de eindbladeren nog superrijp zijn en de stengels nog echt soepel, kunnen de stekken verwelken voordat ze kunnen wortelen.
Als je te laat naaldhout stekken neemt, wanneer de terminale bladeren volgroeid zijn en de tweede groeiflush al is begonnen, kan je slechte beworteling zien.
Een gulden middenweg tussen de twee zal resulteren in de snelste, beste wortelontwikkeling, misschien een beetje dichter bij half-hardhout dan zachthout, als je technisch wilt zijn.
Stekken kunnen worden genomen in het laat voorjaar, tijdens de eerste bloei van de groei, of van de herfst bloei. Stekken in het voorjaar zijn over het algemeen veel succesvoller.
Als u liever later in het jaar stekken neemt, wanneer u het minder druk heeft in de tuin, kunt u misschien beter hardhoutstekken nemen, die hieronder worden behandeld.
Verzamel stekken indien mogelijk vroeg in de ochtend. Gebruik een scherpe, schone snoeischaar of een mes. Desgewenst kunt u uw gereedschap vooraf ontsmetten met een oplossing van 1 deel bleekwater op 5 delen water.
Snijd stukken van vier tot vijf centimeter van de stengel. Verwijder de onderste bladeren, laat 3 eindbladeren zitten. Laat ze niet uitdrogen.
Houd ze vochtig en koel tijdens en na het verzamelen door de stekken in een emmer water te dompelen of door ze in natte jute te vouwen.
Prik afzonderlijke gaatjes in het midden van de pot. Locatie de stekken in het voorbereide, vochtige medium tot een diepte van ongeveer de helft tot tweederde van de steklengte en verstevig het medium rond de basis.
Plaats ze in een lichtarme ruimte, binnenshuis of in een kas, waar de temperatuur rond 21,1°C ligt.
Houd het medium vochtig. Nevel regelmatig om de vochtigheid te beheersen of dek het af met kunststof, omhoog gestoken om het van de bladeren weg te houden. Verwijder het kunststof om de stekken twee keer per week gedurende 10 minuten te laten luchten.
Het kan moeilijk zijn om te weten of je genoeg of te veel water geeft tijdens het vermeerderen. Word een speurneus om daar achter te komen!
U kunt controleren of u op het juiste spoor zit wat betreft vochtigheid door de stek voorzichtig uit het medium te halen en een blik te werpen op het afgesneden uiteinde.
Als het medium perfect vochtig en belucht is, moet de stek een witte tot crèmekleurige eelt en kunnen er tegen de derde week kleine witte wortels uit de eelt komen. Wees voorzichtig met het opnieuw inplanten als er kleine wortels beginnen te groeien en vermijd het verwijderen van de stekken als er zich wortels ontwikkelen.
Als je te veel water hebt gegeven, zal de stek geen eelt hebben gevormd en zullen de wortels dun en zwak zijn. De stek kan ook bruin beginnen te worden vanaf het afgesneden uiteinde.
Zodra de wortels zich beginnen te ontwikkelen, zal het medium sneller uitdrogen. Om er zeker van te zijn dat je genoeg vocht geeft, druk je met een vinger in de grond. Als de grond koel en vochtig is, perfect! Als de grond warm is en je vinger is droog, moet je water toevoegen.
Naaldhoutstammen moeten binnen 6 tot 8 weken wortelen. Trek zachtjes aan een stekje om te kijken of het weerstand biedt. Weerstand is gelijk aan wortels!
Eenmaal geworteld, bemest lichtjes met een volledige meststof zoals Dr. Aarde Wortel Zone Organisch and Natuurlijk Premium Starter Kunstmest, verkrijgbaar bij Natuurheuvels Kwekerij, in de helft van de aanbevolen hoeveelheid, aangezien jonge planten zoutgevoelig zijn. Verzorg uw stekken verder door het potmedium tijdens de zomermaanden gelijkmatig vochtig te houden.
In de herfst bereidt u de jonge planten voor op de overgang van hun binnenhuis naar het leven buiten door ze langzaam en geleidelijk af te harden.
Zet ze gedurende 1 uur in een ruimte met indirect zonlicht en voeg elke dag een uur buiten toe tot ze een hele dag buiten kunnen staan.
Eenmaal afgehard, kun je besluiten om ze direct uit te planten op hun vaste locatie, of in grotere containers gevuld met gemalen pijnboomschors. Veel kwekers geven er de voorkeur aan hun planten in bakken buiten groter te laten worden alvorens ze in de tuin te verplanten.
Verpotten kan ook worden gedaan zodra de planten zijn afgehard.
Meng een volledige langzaam vrijkomende meststof, zoals Down to Earth's Acid Mengen (4-3-6 NPK), verkrijgbaar bij Arbico Organics, door het nieuwe potmedium. Geef goed water na het verpotten en bewaar planten die in containers groeien op een beschutte plek gedurende de winter, zoals een koude bak of tegen een zuidmuur. Grotere planten kunnen beter reageren op het verplanten.
Als u besluit de planten rechtstreeks in de tuin te verplanten, bewaar de potten dan in de buurt van hun toekomstige vaste standplaats totdat ze kunnen worden verplant, en zorg ervoor dat u ze verplant voordat de grond bevroren is.
Meng een half kopje van de Down to Aarde Acid mengen meststof door de aanvulgrond, en geef goed water na het verplanten.
Geef zowel de containers als de planten in de grond nog 1 of 2 keer extra meststof tijdens het volgende vegetatieperiode, of meng het in de grond. Goed water geven.
Meer informatie over hoe bosbessen te transplanteren in onze gids.
Hardhoutstekken worden genomen tijdens de rustperiode en na een voldoende afkoelingsperiode. Elke cultivar heeft een bepaald aantal afkoelingsuren nodig, dus zorg ervoor dat dit aantal is bereikt voordat u gaat stekken.
Ik geef de voorkeur aan stekken in april, wanneer veel cultivars eindelijk klaar zijn met afkoelen en de temperaturen ideaal worden voor beworteling.
Knip met scherp en schoon gereedschap scheuten van 30,5 tot 91,4 cm af (ook wel zweepjes genoemd) met een doorsnede van een halve centimeter, of ongeveer de dikte van een potlood.
Knip een centimeter van de bovenkant af en gooi die weg. Verdeel de stengels in stukken van vijf tot zes centimeter. Snijd de uiteinden schuin af om het inbrengen in het medium te vergemakkelijken.
Kijk in welke richting de knoppen op de stengel wijzen; als ze naar boven wijzen, zijn ze de juiste kant op gericht.
Steek 1 stengel in elke met vochtig medium gevulde pot, ongeveer de helft tot tweederde van de lengte diep. Laat tien minste 1 scheutknop bloot en zorg ervoor dat elke stengel met de goede kant naar boven in het medium wordt geplaatst.
Druk het medium stevig rond de basis van elke stengel. Zet de potten buiten in de schaduw om te wortelen, of in een kas of koelcel bedekt met 40-70 procent schaduwdoek.
Bodemverwarming met een warmtematje van 20,0-21,1°C kan het wortelen versnellen, als u daartoe de mogelijkheid hebt. Zorg ervoor dat de ruimte goed geventileerd is.
Zolang het medium vochtig wordt gehouden, niet nat, zouden hardhouten stekken wortels moeten vormen - uiteindelijk. Vaak breken de knoppen al en vormen zich bladeren nog voordat ze geworteld zijn! Houd de vochtigheid van het medium in deze fase goed in de gaten, want ze zullen snel afsterven als ze uitdrogen. Overweeg regelmatig te vernevelen.
Loofhout Het kan wel 6 maanden duren voordat stammen wortel schieten, dus deze methode kan een oefening in geduld zijn. Maar mijn ervaring is dat de meeste stekken die in april zijn genomen, tegen half juli wortel hebben geschoten.
Als de stekken eenmaal geworteld zijn - wat je kunt controleren als je zachtjes aan de stengel trekt en weerstand voelt - geef je tot de herfst om de twee weken een lichte dosis volledige, verdunde meststof met een NPK-verhouding van 15-30-4 of 13-36-13, of diammoniumfosfaat.
Laat de stekken tot de herfst of vroege winter op hun bewortelingsplaats staan. Verplant ze in grotere potten, gevuld met gemalen pijnboomschors, en laat ze nog een jaar op dezelfde locatie groeien.
Tegen de tweede winter, nog voor de grond bevroren is, zouden ze sterk en groot genoeg moeten zijn om op hun vaste locatie te worden geplant.
Layering is een vermeerderingsmethode die wordt gebruikt als alternatief voor het nemen van stekken. Alles wat u nodig hebt is een flexibele tak die tot op grondniveau kan buigen, vochtige grond en wat bewortelingshormoonpoeder.
Zoek in het voorjaar of najaar een flexibele jonge scheut, bij voorkeur aan de buitenkant van je plant. De stengel moet tien minste een meter vanaf de bovenkant de grond raken, dus test de lengte door naar de grond te buigen voordat u gaat knippen.
Zodra u een geschikte stengel hebt gevonden, verwijdert u de bladeren van het bovenste gedeelte van 30,5 cm, te beginnen bij de stengeltop. Snijd vervolgens een snee van een tot twee centimeter in het bladloze deel van de stengel, bij voorkeur door een bladknop.
Bestrooi de snede met bewortelingshormoon, zoals Bontone II bewortelingspoeder.
Graaf een ondiepe geul in de grond op de locatie waar de snede de grond bereikt, steek de scheut naar beneden en begraaf de snede met aarde. Het uiteinde van de scheut mag niet met aarde worden bedekt.
Houd de begraven scheut vochtig, maar niet ondergedompeld in water.
Binnen een jaar moet het begraven deel wortels hebben ontwikkeld. Het bovengrondse deel van de plant moet groen zijn en nieuwe groei vertonen, wat erop wijst dat hij een goed wortelstelsel heeft.
De nieuwe plant kan van de moederplant worden losgemaakt en ofwel worden verplant ofwel worden opgepot om verder te groeien. Net als bij andere soorten stekken kunt u de beworteling controleren door er zachtjes aan te trekken of door de plant een grote boog omheen te doen en hem voorzichtig op te graven.
Ofwel verplanten in de tuin ofwel oppotten om verder te groeien.
Je kunt zaden kopen of ze uit je eigen bessen halen.
Je eigen zaden winnen is eenvoudig genoeg, maar je moet je realiseren dat zaden van hybride planten niet zullen resulteren in planten met exact dezelfde kwaliteiten als de ouder.
Als je een specifieke variëteit of cultivar wilt, kun je het beste open bestoven erfboomzaden kopen, maar deze kunnen moeilijk te vinden zijn. Voorgestratificeerde zaden van noordelijke highbush zijn verkrijgbaar via Amazon. Om je eigen zaden te winnen, begin je met zaden van bosbessen die 90 dagen bevroren zijn geweest, hetzij aan de struik of in je vriezer.
Doe driekwart van de ontdooide bessen in een blender, keukenmachine of kom en voeg water toe tot de kom voor driekwart gevuld is. Blend gedurende 10-15 seconden, of pureer helemaal, en zet apart om de zaden en het vruchtvlees te laten scheiden.
De zaden zinken en het vruchtvlees blijft drijven. Giet of schop na 10 minuten de pulp af en laat het weer bezinken. Herhaal dit tot de meeste zaden zijn bezonken. Haal ze uit het water en spreid ze uit om te drogen op een papieren handdoek.
Vul een platte bak van 15 cm diep met vochtig veenmos. Strooi de zaden er gelijkmatig over uit, of zaai ze afzonderlijk, met een tussenruimte van 2,5 cm. Bedek met nog een dun laagje veenmos.
Dek de bak af met krantenpapier en zet hem op een warme locatie van 15,6-21,1°C. Houd het medium vochtig maar niet nat.
De ontkieming duurt ongeveer een maand. Wanneer de kleine zaailingen beginnen op te komen, verwijder de krant en locatie ze in een zonnig raam of in uw kas om verder te groeien. Vochtig houden.
Als de zaailingen 5,1 tot 7,6 cm groot zijn, verwijder ze dan, waarbij u vooral voorzichtig bent met de wortels, en verplant ze in hun eigen kleine potjes.
De potjes moeten 5,1 tot 7,6 cm diep zijn en gevuld met een mengsel van gelijke delen turf, zand en potgrond. Na het verplanten goed water geven en binnenshuis of in een kas op een zonnige locatie bewaren.
Na 2 tot 3 weken licht bemesten met een volledige vloeibare meststof.
Zodra alle gevaar voor vorst geweken is, kunt u uw kleine bosbes afharden planten en zet ze buiten voor de zomer. Houd ze goed bewaterd.
In de laat herfst of in het voorjaar van het volgende jaar kunt u ze uitplanten in de grond of in hun eigen potten.
Als u merkt dat uw struik enkele centimeters uit de kruin omhoog steekt, kunt u deze gebruiken om ook nieuwe struiken vegetatief te vermeerderen.
Laat deze uitlopers minstens 2 seizoenen groeien alvorens ze van de moederplant te scheiden in de laat herfst of winter voordat de grond bevroren is. Gebruik hiervoor een scherpe schop om de wortel waaruit de uitloper groeit los te maken. Graaf voorzichtig 20,3 tot 30,5 cm diep rond de uitloper om de wortelstructuur te verwijderen en locatie hem dan terug.
Zuigers hebben meestal zeer kleine en onderontwikkelde wortelsystemen, en hun toppen zullen hard moeten worden gesnoeid om de wortel-tot scheut verhouding gelijk te maken. Knip de scheuten op dezelfde lengte als de wortels voordat u ze verplant, en laat tien minste 2 bladeren zitten.
U kunt uitlopers onmiddellijk op hun definitieve locatie planten zoals u andere uitlopers zou planten, of ze in potten zetten en ze een seizoen laten groeien alvorens ze uit te planten.
Behandel uitlopers in potten zoals u stekken zou behandelen kort na het bewortelen, door ze in een gefreesd dennenschorsmedium te planten, vochtig te houden en op een beschutte locatie te zetten.